top of page
  • Juliette Rosenkamp

WIJN MET EEN RIETJE ode aan mijn opa met dementie

wereld alzheimer dag 2019

'Wat wil jij drinken, opa?' vraag ik.

Het duurt even voordat er een reactie komt. 'Doe mij maar een witte wijn,' antwoordt hij, al is het nauwelijks te verstaan. Alleen het woord 'wijn' komt er nog duidelijk uit, de rest is gebrabbel. Maar ik ken zijn intonatie en daarom weet ik wat hij bedoelt. De gastvrouw kijkt me aan. Ze wacht zeker totdat ik goedkeurend knik. Ze zal zich vast afvragen waarom deze man, in zijn driedelig pak en met zijn hoedje op, om half elf 's morgens een wijntje wil. Ik herhaal de bestelling voor haar: 'Een witte wijn voor mijn opa, met een rietje graag'.

Met een servetje veeg ik wat broodkruimels van opa's lippen. Vroeger, toen ik nog klein was, liet hij vaak expres kruimels op zijn lippen zitten. En maar doorpraten en doen alsof hij niks in de gaten had. Hoe smeriger ik het vond, hoe meer lol hij erom had. Tegenwoordig is het geen grap meer. Hij heeft het niet meer in de gaten. De kruimels op zijn lippen zitten er en blijven er zitten totdat iemand ze wegveegt. Als hij probeert te praten, zie ik ook restanten van zijn ontbijt. Ik voer opa een slok wijn. 'Neem maar een goede slok,' zeg ik, 'dan kun je meteen die stukjes brood wegspoelen.' Braaf doet opa wat ik hem opdraag. Ik breng het rietje naar zijn mond en hij slikt. Een eindje verderop, bij de schuifdeur, staat mevrouw Kers. De deur gaat niet open. Daarvoor moet je de code kennen en die weet ze niet. Mevrouw Kers heeft haar jas aan en ze houdt haar handtas stevig tegen zich aan gedrukt, wachtend op iemand die binnenkomt, zodat zij eruit kan. Ook zij is enkele dagen geleden opgenomen op deze gesloten afdeling van het verzorgingstehuis. Ze is de nieuwe buurvrouw van opa. Als ik naar haar toe loop, raakt ze lichtelijk in paniek. 'Ik moet naar huis,' roept ze, 'mijn kinderen zitten daar.' Ik leg een hand op haar schouder. 'Zal ik zo even gaan kijken bij je kinderen?' vraag ik. Ze kijkt me angstig aan, maar knikt. 'Kom,' zeg ik en ik begeleid haar naar een van de tafeltjes. Gelukkig is ze daar meteen afgeleid. Mevrouw De Vries heeft een buitensporig grote kralenketting om. Mevrouw Kers laat haar handen over de oranje en gele plastic bollen glijden, tot groot afzien van mevrouw De Vries. Maar ze laat het binnensmonds mopperend toe. Opa heeft niet eens in de gaten gehad dat ik even weg was. Zijn ogen zijn dicht. Hij zit te sukkelen. Oudjes in rolstoelen worden binnengereden door verpleegkundigen. Enkele, enigszins zelfstandige senioren wandelen erachteraan met een rollator. Ze gaan zitten in een kring en de begeleidster zet een CD aan. Oudhollandse liederen worden meegezongen door enkelen. De rest zit er voor spek en bonen bij. Opa's ogen zijn nog steeds gesloten. Ik vraag me af waar hij over droomt. Is hij bang? Verdrietig? Of zit hij gewoonweg in een eeuwigdurende roes? Wat zal er in dat kopje van hem omgaan? 'Geef mij maar Amsterdam' wordt afgesloten met een daverend applaus door de activiteitenbegeleiders en de anderhalve paardenkop die meegezongen heeft. Tot slot klinken de eerste klanken van 'mijn opa', daarna zal het tijd zijn voor de warme prak. 'Mijn opa, mijn opa, mijn opa... In heel Europa was er niemand zoals hij...' Er verschijnt een glimlachje op opa's gezicht.

63 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page